De brutaliteit! (Jeanette van Eijk)
Door: Jeanette van Eijk in de serie: Jeanette maakt wat mee
Maar goed, ik begreep het wel, wij vrouwen kunnen het soms ook bont maken wat dat aangaat.
Op een feestje bij een goede vriendin raakten we in gesprek over La Grande Arche en het Centre Pompidou in Parijs. Haar zoon Marcel (22) werd erg enthousiast en in een spontane opwelling zei ik dat ik hem er wel een keer mee naartoe zou nemen. Dat leek hem ‘eindeloos tof’, met tante Jeanette naar Parijs.
Deze herfst was het zover. We spraken de bewuste zaterdagochtend af op Schiphol. Achter de douane dronken we nog een Starbucksje en toen vertelde hij dat het net uit was met zijn vriendin. Maar hij ging er een fantastisch jaar van maken. Ik was blij dat ik twee aparte hotelkamers had geboekt. Tijdens de korte vlucht bestelde ik prosecco en we proostten op alles wat ging komen.
In het Centre Pompidou genoten we uren van dadaïsme, futurisme en avant-garde. Aan het eind van de middag besloten we even iets te eten in het restaurant op de bovenste étage. Daar werden we getrakteerd op surrealisme. De ober was overduidelijk gay en hij maakte avances. Maar doodleuk waar ik bijzat! Zo legde hij zelfs ‘geruststellend’ zijn hand op Marcel’s schouder toen die zich verslikte in de Franse uitspraak van zijn bestelling. De brutaliteit! Maar goed, ik begreep het wel, wij vrouwen kunnen het soms ook bont maken wat dat aangaat. Marcel vond hem ‘maar raar’.
Even later kreeg hij een rood hoofd en vanuit mijn ooghoek zag ik dat de ober naar hem wenkte. Mijn intuïtie zei dat ik niets moest laten merken. Maar het zou toch niet waar zijn? Jawel hoor: Marcel moest naar het toilet. Een kwartier en een glas witte wijn later, kwam hij pas terug. Zijn haar zat anders en hij had vage rode vlekken in zijn gezicht. Ik dacht aan de stoppeltjes van de ober. Het leek alsof een van mijn hakken afbrak, maar ik deed alsof mijn neus bloedde. Hij zei dat hij het zo gauw niet had kunnen vinden en keek mij daarbij niet eens aan. Onze bestelling kwam en weer kreeg Marcel een rood gezicht. De ober probeerde plotseling zo afstandelijk mogelijk te doen.
Ik besloot om niet te gaan vissen en vragen. Wat kunnen mannen toch primair zijn. Ik wou dat ik zelf zo ongecompliceerd in het leven kon staan, maar eigenlijk meende ik dat helemaal niet. Alsof het leven maar om één ding draait zeg.
Boven op La Grande Arche genoten we van het uitzicht, al was het wel wat fris. Marcel gedroeg zich een beetje alsof we een stelletje waren. “Kom op Marcel, laten we niet klef doen”, zei ik. Liever had ik hier in de lente gestaan. Of met een lover van mijn leeftijd…