Moriesbel Media Creative

View Original

Tredmolen

Verschenen in de Volkskrant, 27 februari 1997

Ik keek naar buiten en moest oppassen dat ik niet terneergeslagen werd door het grauwe weer. Ik woonde een paar jaar in Spanje en daar had ik gewoon moeten blijven, dacht ik....

San Sebastián de La Gomera

Waar ik woonde, was het 350 dagen per jaar mooi weer. Ik werkte vier dagen van half acht tot een uur of drie. Zo verdiende ik genoeg om te kunnen doen wat ik wou. Na een duik in zee, begon de tweede helft van de dag. Lekker in de stoffige akkertjes zitten van vrienden, die altijd wel een paar handen meer konden gebruiken. Over de kleine markt slenteren. Een brief schrijven. Weer een douche nemen onder het lauwe water uit de kraan met de blauwe knop. Knoflook en koriander die uit de warme muren van de steegjes geurden.

Als de zon rond acht uur achter de bergen begon te zakken, konden we gaan sporten. Of wat leuteren aan de open barretjes, over 'belangrijke' of dagelijkse zaken. Wanneer het in de winter al om zeven uur donker werd, stelden de warmte en de agitatie die in de lucht hingen het denken aan thuis en avondeten beslist uit. Tegen tien uur werd er gedineerd, niet eerder. Kinderen werden 's morgens niet voor negenen op school verwacht, dus voor hen gold geen kinderbedtijd, zoals wij die kennen. Gezellig gesmikkel en gekeuvel, geknutsel en soms el télé vulden het laatste avonduur.

Zo daalde dan ook telkens rond de klok van elf een algehele rust over het dorp. Maar als je tot de vroege ochtend wilde doorgaan, dan was dat iedereen ook best. Na een tijdje leerde ook ik dat je overal doorheen kunt slapen.

San Sebastián de La Gomera, met in de achtergrond El Teide (Tenerife)

Nou is dat zacht ritmisch ruisen van de zee wel meer ontspannen dan het geraas van verkeer maar jezelf opfokken tot je je rug in een onmogelijke knoop hebt gewrongen, lijkt bij ons wel cultuurgoed te zijn geworden. Zelf verviel ik na enkele weken ook weer tot ons gestresste leven, al had ik me bij terugkomst in De Lage Landen nóg zo voorgenomen om dat niet te doen. Als je bij ons niet meeveert, val je d'r gewoon gauw buiten.

Ik moest even wennen aan het gebuub-buub bij kassa's, maar dat ging al even vlug als de boodschappen van de band trekken en het wegsnellen met het scheurende boodschappentasje. Want aanpassing is het sleutelwoord. Waar je ook gaat.

Ik moest gewoon weer meedoen. Met het fruit dat smaakt naar regenwater en de eetafspraakjes in de agenda. Een uitgesteld bezoek aan ouders die je niet eens meer kennen. De kopjes koffie ter troost of pep. Het onophoudelijke gezweet in de benauwd-warme zomers of het wachten op de vertraagde tram in de winterkou. De lage wolken waardoor het chagrijn je lonkt. Het serieuze. Het gebrek aan betrekkelijkheid. Buurtpreventie. Drie sloten op je fiets en doorweekte schoenen. Platte, kale, modderige akkers vanuit de trein. Gematigdheid. Zekerheid. En we willen allemaal hier wonen.