Op mijn zestiende reed ik de auto van mijn moeder total-loss tegen een lantaarnpaal.
Mijn vader reed een Volvo en mijn moeder een Dyane. Dat is de iets luxere versie van een Citroën 2CV aka 'Eend'.
Misschien wel goed dat deze rit zo eindigde en niet tegen een tegenligger of fietsende buurtgenoot… Hieronder het verhaal in handgeschreven tweets!
onderaan staat een tekstversie
Tekstversie
Op een avond gingen ze naar vrienden in Rotterdam. Een vriendin, Monique, zou bij mij langskomen. We waren 16.
De Dyane van mijn moeder stond geparkeerd in een straatje tegenover ons huis. We zagen de auto vanuit de woonkamer.
Toen Monique om een uur of half 12 naar huis ging, kregen we ineens een schitterend idee. Ik zou haar wegbrengen. In de Dyane!
Het besturen van die eend leek altijd zo ontzettend simpel. Als de botstauto’s op de kermis. En het was daarbij nog geen 5 minuten rijden…
We lachten van opwinding toen we in de auto zaten. Ik trapte de koppeling in en stak de sleutel in het contact.
Het startgeluid. En daarna dat heerlijke geronk toen ik het gaspedaal flink intrapte. De motor leek naar ons te roepen: Let’s roll baby!
Ik deed de lichten aan. Langzaam liet ik de koppeling opkomen en we reden de straat uit. Het ging geweldig! Alsof ik het dagelijks deed…
We waren afwisselend hyperenthousiast, met lachen en gillen natuurlijk en uiterst geconcentreerd, bij kruisingen, fietsers of andere auto’s.
We stopten niet bij haar huis, anders zouden haar ouders ons in de auto zien. Toen ze was uitgestapt, toeterde ik nog wél even :p
Vlak voordat ik mijn eigen straat weer indraaide, schoof ik de versnelling per ongeluk in z’n 3, in plaats van in z’n 1. Vrrroemmm!…
De auto maakte extra vaart terwijl de carrosserie sterk naar links overhelde. Zo ging dat altijd bij een eend, maar toch schrok ik ervan.
Het leek echt alsof de auto op z’n zij zou rollen als ik nog meer naar rechts bijstuurde. BOEM! Ik botste keihard tegen een lantaarnpaal.
De koplampen en de straatlantaarn waren uitgegaan. De motor siste. M’n knie deed pijn en op m’n schoot lag glas. De deur ging krakend open.
Ik strompelde naar huis om 112 te bellen. Toen ik terugkwam, stonden er mensen bij het wrak en kwam de politie al aanrijden.
“Dit is mijn moeders auto. Ik was het…” Een agent verhoorde me op de achterbank van de politieauto. Toen kwam ook een ambulance aanrijden.
En daar draaide mijn vaders Volvo de straat in. Mijn moeder zei tegen hem: “Oei kijk, dat is precies zo’n auto als de mijne.”
Hij zag het kenteken en zei: “Maar dat ís jouw auto!” en hij stapte uit. “Uw zoon zit in onze wagen”, zei de agent. “Het gaat goed met hem.”